Om de industrie te laten overschakelen van fossiele op duurzame energie is elektrificatie het sleutelwoord. Er zijn op korte termijn al grote stappen nodig om de industrie vanaf 2030 van grote hoeveelheden hernieuwbare elektriciteit te kunnen voorzien. Tussen 2030 en 2050 gaat het om een extra behoefte van 80 tot 130 terawattuur (TWh) aan elektriciteit, waarvoor 26 tot 46 gigawatt aan vermogen van wind op zee nodig is. Een forse, maar haalbare opgave.
Dat is een van de conclusies in het onderzoek ‘Elektrificatie is cruciaal voor een toekomstbestendige en duurzame industrie’ door TKI Energie en Industrie (onderdeel van Topsector Energie), met ondersteuning van TNO en DNV en overige partners. In het TKI werken overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen aan verduurzaming van de procesindustrie. De Routekaart Elektrificatie is ontwikkeld op verzoek van de Werkgroep Power-to-Industry en is aangeboden aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Vraag industrie naar elektriciteit verveelvoudigt
De routekaart laat zien hoe Nederland gebruik kan maken van zijn sterke positie om de industrie grootschalig te elektrificeren. Tegen 2050 zal dat leiden tot elektrificatie van tenminste zestig procent van de totale industriële energievraag, oftewel 80 tot 130 TWh. Dat is drie tot vier keer zoveel als de huidige vraag. Het vereist dat de industrie samen met de overheid, netbeheerders, de energiesector en andere betrokkenen nu al essentiële stappen gaat zetten om dit alles te realiseren.
Stappenplan Routekaart
In de routekaart is een stappenplan uitgewerkt, waarin duidelijk wordt welke acties nodig zijn door rijksoverheid, industrie, energiesector, netbeheerders, Topsector, brancheorganisaties en onderwijs.
De vier stappen:
- Stel heldere beleidsdoelen en maak de instrumenten passend voor industriële elektrificatie
- Ontwikkel opwek en flexibiliteit, in samenhang met de industriële vraag.
- Versnel de uitrol en opschaling van de transportinfrastructuur
- Ontwikkel een programmatische aanpak van innovaties en kennisverspreiding
Elektriciteitsvraag industrie in kaart
“Er zijn al veel studies gedaan op dit gebied, maar nu hebben we voor het eerst concreet in kaart gebracht wat de potentiële elektriciteitsvraag van de industrie is en wat dit betekent voor de hele keten, inclusief opwek, transport en verbruik vanaf nu tot 2050. Deze nieuwe inzichten bieden beleidsmakers onderbouwing voor het maken van de belangrijke keuzes waar we als land op korte termijn al voor staan.
Duidelijkheid is nodig omdat de industrie bij voldoende gegarandeerd toekomstperspectief in staat is de benodigde investeringen te doen”, vertelt Sebastiaan Hers, expert energiesystemen en -markten van TNO en een van de hoofdauteurs. TNO heeft zich in het onderzoek met name gericht op het technisch vraagpotentieel van de elektrificatie en de instrumenten die de overheid in kan zetten om dit potentieel te ontsluiten.
Nederland goed gepositioneerd
Nederland is volgens de onderzoekers goed gepositioneerd voor elektrificatie om daarmee broeikasgassen fors te reduceren. Onze geografische ligging en infrastructuur zijn uitermate geschikt voor grootschalige productie van betaalbare hernieuwbare elektriciteit en groene waterstof uit zeewind en voor import, aan- en doorvoer van energiedragers.
De kansen voor elektrificatie van industriële processen zitten met name in directe inzet van hernieuwbare elektriciteit en indirect via conversie van windenergie naar waterstof. Het rapport noemt ook andere mogelijkheden om schadelijke uitstoot door de industrie terug te brengen, zoals de inzet van groen gas, geothermie en afvang en opslag van CO2 (CCS). Er is becijferd dat door elektrificatie de CO2-emissies door de industrie in 2030 met 9 tot 20 megaton zijn te reduceren en tussen de 20 en 45 megaton in 2050.
Flexibiliteit essentieel
Op de korte termijn is veel milieuwinst te behalen door de flexibele inzet van elektrische boilers in industriële productieprocessen. De gasboiler schakelt af op het moment dat er energie uit zon of wind beschikbaar is en de e-boiler neemt het over. Zo is er steeds makkelijk te schakelen tussen gas en elektriciteit afhankelijk voor de hoeveelheid wind en zon en de prijsontwikkeling. Op langere termijn kan elektrolyse ook een grote rol gaan spelen in flexibele vraag naar elektriciteit. Flexibiliteit in het systeem is volgens Sebastiaan Hers essentieel om de doelen en ambities in het Klimaatakkoord tot 2030 en daarna te halen.
Elektrificeren in stappen
Tussen nu en 2030 moet het mogelijk zijn 30 TWh aan elektrificatie te realiseren. Dat betekent 9 megaton minder CO2-uitstoot. Door de flexibele inzet van elektrische compressoren, elektrische boilers en warmtepompen in combinatie met gasgestookte ketels en wkk-installaties kan dat zelfs oplopen tot 80 TWh en een emissiereductie van 20 Mton.
Na 2030 neemt het technisch potentieel voor elektrificatie van grootschalige hogetemperatuur processen toe met een extra vraag naar elektriciteit en waterstof van 40 TWh tot 2040, oplopend tot 130 TWh in 2050. De emissies nemen dan af tot 45 megaton. Tegen die tijd is het technisch mogelijk processen met hoge temperaturen te elektrificeren tot aan de staalindustrie toe. Via directe en indirecte elektrificatie kan de hele industrie dan volledig CO2-neutraal opereren.
ROUTEKAART
Bron: TNO