De leegstand van kantoren is in de provincie Utrecht tussen 2015 en 2023 gedaald van 19 procent naar 7 procent. Dat blijkt uit de evaluatie van het provinciaal kantorenbeleid. Wel zijn er sterke verschillen in de provincie waarneembaar: op aantrekkelijke en goed bereikbare locaties zoals in de gemeente Utrecht is er nauwelijks kantorenleegstand, terwijl in vooral kleinere gemeenten soms nog sprake is van forse leegstand.
De provincie zet voor de komende jaren in op extra kantoorruimte nabij goed bereikbare knooppunten, terwijl op minder courante locaties transformatie van leegstaande kantoorruimte wordt voortgezet. Gemeenten en marktpartijen wordt nu gevraagd waar het beleid aangepast kan worden.
De daling van de kantorenleegstand wordt door de provincie Utrecht als bevestiging gezien dat het gevoerde kantorenbeleid sinds 2014, als uitwerking van landelijke afspraken in het Convenant Aanpak Leegstand Kantoren, doeltreffend is geweest. Ook was het beleid in principe doelmatig, mede omdat de leegstand in Utrecht meer is gedaald dan in omliggende provincies. Wel moet daarbij aangetekend worden dat de daling niet alleen toegeschreven kan worden aan het gevoerde beleid, maar ook externe factoren een sterke invloed kunnen hebben gehad.
Minder kantoren, extra woningen
In de periode 2015 tot en met 2019 is, in nauwe samenwerking met gemeenten, marktpartijen en de Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU), zo’n 460.000 vierkante meter kantoren in de provincie Utrecht getransformeerd. Dat betrof zo’n 7 tot 8 procent van de kantorenvoorraad. Van de getransformeerde vierkante meters kantoorruimte werd 67 procent woonruimte, 33 procent werd gesloopt.
Optimalisatie van het beleid
De provincie wil de belangrijkste uitgangspunten van het kantorenbeleid voortzetten, maar gaat daarbij wel aanpassingen doen om de kantorenmarkt verder te optimaliseren. Op sommige plekken komt er volop ruimte voor extra kantoorwerkplekken, maar daar waar er veel meer leegstand is dan nodig is voor een gezonde markt blijft het streven om kantoormeters uit de markt te halen.
Ook is meer maatwerk nodig om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Daarom doet de provincie een inventarisatie bij regio’s, gemeenten en marktpartijen om inzicht te krijgen in kansen, uitdagingen en behoeften die lokaal bestaan ten aanzien van bestaande en toekomstige kantoorlocaties. De conclusies van deze consultaties worden, evenals de uitkomsten van kantorenevaluatie, de provinciale behoefteraming kantoren en de vastgoedmonitor, benut voor het vaststellen van het toekomstig provinciaal kantorenbeleid.