Het World Economic Forum luidt in de nieuwste Energy Transition Index de noodklok over de kwetsbaarheid van wereldwijde energiesystemen. Terwijl de investeringen in schone energie toenemen en landen als Nederland goed scoren op transitievoorbereiding, stagneert de uitvoering op infrastructuur, netcapaciteit en regelgeving, stelt het rapport.
Voor de windsector is het rapport een signaal: technologie is niet langer de bottleneck; het zijn de netten, vergunningen en uitvoeringscapaciteit die nu bepalend zijn. Digitalisering, AI en industriële beleidskaders gaan een steeds grotere rol spelen.
Nederland in mondiale top-10, maar uitvoering blijft achter op infrastructuurambitie
Nederland staat op positie 8 van de 118 landen in de Energy Transition Index 2025, met een sterke transitie-readinessscore (74,7) en een iets lagere systeemscore (65,6). Het rapport noemt Nederland expliciet als voorbeeld van een land met stevige infrastructuur en doortastend energiebeleid:
Wereldwijd knelt de infrastructuur: uitvoering is de nieuwe bottleneck
Het rapport signaleert dat de grootste belemmering voor voortgang niet technologie is, maar infrastructuur, vergunningen en capaciteit op de werkvloer. Het zijn dus niet windmolens of waterstofleidingen die ontbreken, maar de systemen om ze op tijd te realiseren en in te passen. Ook in Nederland speelt dit: van trage netuitbreidingen tot capaciteitsgebrek bij vergunningverleners. De oproep: zorg voor versnelde uitvoering via stabiele wetgeving, gerichte investeringen en samenwerking tussen overheid en sector.
AI en datacenters veranderen de spelregels – ook voor wind
AI en datacenters zijn nu al verantwoordelijk voor 2,2% groei in de wereldwijde energievraag, en dit aandeel groeit snel. In 2030 zullen datacenters 10% van de vraaggroei veroorzaken. Dat legt extra druk op netten en productiecapaciteit, ook in Nederland. Tegelijk biedt AI ook kansen voor de windsector: in onderhoud, voorspellingen en netoptimalisatie. Het rapport onderstreept dat digitalisering en flexibiliteit integraal onderdeel moeten worden van de energiestrategie.
Industriële strategie nodig: wind als ruggengraat van de economie
De landen die het best presteren in het rapport combineren klimaatbeleid met economische strategie. Denk aan Denemarken (offshore wind + waterstof), Duitsland (groene industriepolitiek) of China (massale clean techproductie). Voor Nederland ligt hier, volgens het rapport, een duidelijke les: maak windenergie geen doel op zich, maar een drager van toekomstig economisch beleid. Bijvoorbeeld via elektrolysehubs, netvormende windparken en slimme koppelingen met industriële clusters.
Kapitaal is er – maar de verdeling is scheef
Hoewel de wereldwijde investeringen in schone energie in 2024 zijn gestegen tot ruim $2.000 miljard (een verdubbeling ten opzichte van 2020), is dat nog ruim onder de $5.600 miljard per jaar die nodig is om de klimaatdoelen in 2030 te halen. Bovendien blijkt uit het rapport dat meer dan 90% van deze investeringen sinds 2021 terechtkwam in ontwikkelde economieën en China, terwijl ruim 80% van de groei in energievraag juist verwacht wordt in opkomende en ontwikkelingslanden. Die scheve verdeling vergroot het risico op een structureel ongelijke transitie, waarbij landen met de grootste behoefte aan energieontwikkeling en decarbonisatie onvoldoende toegang hebben tot kapitaal.
Het World Economic Forum pleit daarom voor gerichte versterking van financiële mechanismen in opkomende markten, inclusief stabiel beleid, lagere financieringskosten en betere toegang tot multilaterale investeringsinstrumenten.
Met dank aan Nedzero