Het CBS publiceert sinds kort een nieuwe statistiek: goederenvervoer via buisleidingen. ‘Nederland is het eerste land in Europa dat deze stap heeft gezet’, zegt Marly Odekerken, directeur Statistieken Verkeer en Vervoer bij het CBS. ‘Sterker: op Europees niveau dringen we erop aan dat ook de andere landen dit gaan doen. Buisleidingen stoppen immers niet bij een grens.
‘Je hoort ze niet en je ziet ze niet. Veel mensen weten dus niet waar in ons land buisleidingen liggen, wat ze vervoeren en wat ze wel en niet kunnen. Met de komst van de nieuwe statistiek over het vervoer via buisleidingen wordt dit breder bekend. Dat is belangrijk, bijvoorbeeld met het oog op de energietransitie: wat kunnen buisleidingen daar wel en niet in betekenen?’ Dat zegt Klaas Winters. Hij is directeur van de Vereniging van Leidingeigenaren in Nederland (VELIN). De 23 aangesloten bedrijven, die gezamenlijk 22 000 kilometer aan buisleidingen bezitten, hebben data aan het CBS geleverd voor de nieuwe statistiek.
Belangrijke vervoersmodaliteit
Marly Odekerken vertelt over de aanleiding. ‘Elk land in de Europese Unie levert jaarlijks aan het Europese statistiekbureau Eurostat gegevens over vervoersmodaliteiten, oftewel manieren van goederentransport. Het is verplicht om dat te doen voor de zee-, lucht- en binnenvaart en het weg- en spoorverkeer. Voor goederentransport via buisleidingen is die verplichting er niet, maar ook dit is een belangrijke vervoersmodaliteit. Denk bijvoorbeeld aan de invoer van goederen via de Rotterdamse haven en het ondergronds transport ervan naar het binnenland en de Duitse grens. Daarom heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het CBS een paar jaar geleden verzocht officiële statistieken op te stellen over het goederenvervoer via buisleidingen.’
Privacy van de bedrijven
Ze vervolgt: ‘We hebben data verzameld en geanalyseerd. Daarna volgde in april 2024 de eerste publicatie van deze statistiek. Het zijn data over 2022. Die zijn officieel toegevoegd aan de statistieken over de andere vervoersmodaliteiten. We gaan dit jaarlijks doen. Bij dit alles hechten we vanzelfsprekend grote waarde aan de privacy van de bedrijven die de data leveren. De gegevens mogen niet herleidbaar zijn tot een eigenaar van buisleidingen. We hebben ervaren dat dit vertrouwen er is bij de bedrijven.’ Winters: ‘De sector van leidingeigenaren ziet ook het nut in van deze statistiek. We hebben gezegd: de data zijn versnipperd, dus laten ook wij onze verantwoordelijkheid nemen om dit op de rit te krijgen.’
Volumes
CO2, aardgas, aardolie(-producten), chemische producten, (industrieel) water en warmte. Het zijn voorbeelden van goederen die kunnen worden vervoerd via een buisleiding. De meeste leidingen bevinden zich 1 tot 2 meter onder het maaiveld, maar sommige lopen onder een rivier door en gaan wel 20 of 30 meter de diepte in. De leden van VELIN hebben aan het CBS gemeld wat door hun leidingen loopt. Maar dat was niet alles. Winters: ‘De bedrijven hebben ook de volumes van transporten doorgegeven. En ook of er één type goederen door een leiding gaat – wat het geval is bij de meeste leidingen – of dat deze meer functies heeft.’
Beleidsbeslissingen
De landelijke overheid en regionale overheden kunnen de nieuwe statistiek over het goederenvervoer via buisleidingen gebruiken voor beleidsbeslissingen. Wat is wel en niet mogelijk? Kan bijvoorbeeld een aftakking worden gemaakt van een bestaande leiding naar een nieuw project? Odekerken: ‘Voor het ministerie van IenW is het belangrijk om te weten wat er door de leidingen gaat en of er bijvoorbeeld capaciteit is om uit te breiden. En kunnen er ook andere goederen door een leiding?’ Buisleidingen kunnen bijvoorbeeld een alternatief zijn voor treinvervoer van gevaarlijke stoffen door stedelijke gebieden.
Genuanceerde en realistische besluiten
Winters juicht de komst van de nieuwe statistiek toe, omdat deze kan helpen genuanceerde en realistische besluiten te nemen. Hij legt uit: ‘Neem de discussie over de energietransitie. Daarin worden vaak hoge verwachtingen uitgesproken over buisleidingen. Maar een buisleiding waar vandaag benzine doorheen gaat, is niet geschikt voor het transport van warmte morgen. De meeste leidingen zijn bedoeld voor één specifiek type goederen. Daarop zijn het materiaal, de druk en het pompsysteem afgestemd. Buisleidingen hebben veel voordelen. Zo kunnen ze 24/7 functioneren en hebben ze geen last van filevorming zoals in het wegvervoer of van te hoog of te laag water zoals in de binnenvaart. Maar sommige zaken zijn helaas onmogelijk. Dankzij de nieuwe statistiek kan daarmee rekening worden gehouden bij beleidsvorming.’
Internationale ontwikkelingen
De data onderstrepen hoe belangrijk buisleidingen zijn in het mozaïek van het goederenvervoer. Het aandeel in het totale Nederlandse transport is 16 procent. Dat is iets méér dan de binnenvaart (15 procent) en veel meer dan vervoer via het spoor (2 procent). Winters: ‘Ik denk dat deze cijfers veel mensen buiten onze branche hebben verrast.’ Nederland geldt met de statistiek over het goederenvervoer via buisleidingen als voorbeeld in Europa, vertelt Odekerken. ‘We zijn het eerste EU-land dat dit in kaart heeft gebracht. In Eurostat-verband pleiten we ervoor dat ook de andere landen deze statistiek gaan bijhouden. Waarom? Buisleidingen stoppen immers niet bij een grens: via deze weg stromen goederen een land in en uit. Ook in internationaal opzicht is het belangrijk om te weten wat er onder de grond gebeurt.’
Beleidsagenda
Hoe blikt het ministerie van IenW terug op de nieuwe officiële statistiek? Maarten van Kesteren, beleidsmedewerker Directie Maritieme Zaken: ‘Buisleidingen spelen een essentiële rol als achterlandverbinding voor de grote havens en voorzien de grote industrieclusters in Nederland van energie en grondstoffen. Hun rol voor het transport van CO2 en energierijke waterstofdragers is belangrijk. Daarom zijn buisleidingen meegenomen in de beleidsagenda die het ministerie opstelt voor het goederenvervoer en onze visie op de mobiliteit. Daarnaast is recentelijk de Tweede Kamer via een brief geïnformeerd over de rol van het Rijk bij buisleidingen.’
Ontwikkelen van transportbeleid
Een goede kennispositie is belangrijk voor beleidsontwikkeling bij de overheid, vervolgt van Kesteren. ‘Mede in dit kader is eerst een succesvolle pilot naar het goederenvervoer via buisleidingen uitgevoerd door het CBS, in samenwerking met VELIN. Daarnaast is een overzicht opgesteld van wat de verhouding is van het vervoer van gevaarlijke stoffen tussen de modaliteiten. Voor het Rijk is dit nuttige informatie voor het verder ontwikkelen van het transportbeleid. Het is ook goed dat deze samenwerking tussen het CBS en VELIN wordt voortgezet, zodat we kunnen monitoren wat de verdere toekomstige ontwikkelingen zijn.’