Het Oosterweelproject – het project om de Antwerpse Ring (R1) langs de noordkant te sluiten – is deze zomer volgens de betrokken partijen in een stroomversnelling geraakt. Aannemer Rinkoniên Oosterweelknoop startte op 19 augustus met het plaatsen van de eerste diepwanden voor dit nieuwe knooppunt. De diepwanden luiden de officiële start van de hoofdwerken in. Het Oosterweelknooppunt is cruciaal voor een betere bereikbaarheid van de haven en zal in 2030 klaar zijn voor gebruik.
Het Oosterweelknooppunt maakt de verbinding tussen de Scheldetunnel en Kanaaltunnels. Op- en afritten maken het mogelijk om de haven en het noorden van de Stad te bereiken.
De diepwanden vormen een polderconstructie rondom het toekomstige Oosterweelknooppunt. Ze houden grondwater tegen waardoor een droge bouwput kan worden uitgraven. De wanden zijn van gewapend beton.
In totaal zal er 3,2 kilometer aan diepwanden gestort worden die de omtrek van de polderconstructie vormen. Hiervoor is maar liefst 140.000 m³ beton nodig. Omdat de bouw van het volledige project 500.000 m³ beton vereist, wordt ter plaatse een betoncentrale gebouwd die in 2025 operationeel is.
Het nieuwe Oosterweelknooppunt is een enorm complexe samenstelling van niet alleen op- en afritten, maar ook van verschillende tunnels. De zone met op- en afritten bevindt zich in de open lucht en heeft de vorm van een paperclip. Deze ligt verdiept tot ongeveer 30 meter onder het gezichtsveld. De paperclip gaat over in een zone die volledig overkapt is. Hier bevinden zich verschillende type tunnels, van naast elkaar gebouwde tunnels tot de gestapelde Kanaaltunnels. Deze overkapte zone maakt wel 75 procent uit van het volledige knooppunt. Op deze overkapping zal later het Ringpark Noordkasteel gerealiseerd worden.
Het consortium Rinkoniên Oosterweelknoop bestaat uit de aannemers Artes, CIT Blaton, Mobilis Boskalis en Stadsbader.